Beschrijving

De Alpenkauw

Leefwijze

De Alpenkauw is een zeer sociale vogel die vaak in groepen leeft, jaagt en slaapt. Ze zijn intelligent, nieuwsgierig en soms brutaal, vooral in toeristische gebieden waar ze voedsel leren bemachtigen van mensen. De vogels zijn sterke vliegers en maken indrukwekkende zweefvluchten langs steile bergwanden, vaak met acrobatische wendingen. Ze zijn standvogel in de Alpen, Pyreneeën en andere bergketens, en dalen in de winter wat af naar lagere gebieden.

---

Herkenning

• Lengte: 35–39 cm; spanwijdte: ca. 75–85 cm.

• Kleur: Volledig zwart glanzend verenkleed.

• Snavel: Dun, geel en licht gebogen – onderscheidt hem van de roodsnavel-kauw (Pyrrhocorax pyrrhocorax).

• Potten: Felrood, goed zichtbaar bij het zitten en vliegen.

• Vliegbeeld: Korte, brede vleugels en een vierkante staart; soepele, sierlijke vlucht.

---

Voedsel

De Alpenkauw is een alleseter:

• Natuurlijk voedsel: Insecten, larven, bessen, zaden, kleine knaagdieren.

• Winterdieet: Vooral zaden en afvalresten.

• In toeristische gebieden eten ze ook broodkruimels, koekjes of andere restjes – dit maakt ze opvallend tam.

---

Voortplanting

• Broedtijd: April–juni.

• Nestelt in rotskloven, grotten of spleten in steile wanden, soms ook in gebouwen of onder dakranden.

• Nest: Gemaakt van takjes, gras en wol.

• Legsel: 3–5 eieren.

• Broedtijd: Ongeveer 18–21 dagen.

• Jongen blijven ca. 30 dagen in het nest en worden door beide ouders gevoerd.

---

Habitat

• Komt voor in bergachtige gebieden tussen 1.000 en 3.900 meter hoogte.

• Voorkeur voor rotsige, open gebieden boven de boomgrens, met voldoende steile wanden om te nestelen.

• In de winter komen ze ook lager, tot in bergdorpen en skigebieden.

• Typisch voor Alpen, Pyreneeën, Apennijnen, Karpaten en de Himalaya.