De appelvink (Coccothraustes coccothraustes) is een zangvogel uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae). Het is de enige vertegenwoordiger van het geslacht Coccothraustes. De appelvink is te herkennen aan zijn typische roep, zijn forse bouw, de witte vleugelvelden en de witte eindband op zijn staart.
Foto’s Nikon P1000 25-04-2019 Vaassen
De Appelvink
Herkenning van een appelvink
De appelvink is een middelgrote vink met een lengte van ongeveer 20 centimeter. Het mannetje heeft een overwegend roestbruin verenkleed met brede witte vleugelstrepen, een witte eindband aan de staart en de rug en vleugels zijn donkerbruin. Opvallend zijn de diepblauwe, gekrulde toppen van een deel van de slagpennen. Het vrouwtje is bruin met een witte buik en een kortere pet.
De appelvink is een bosvogel die leeft in loofbossen, parken en tuinen. De appelvink is een echte zangvogel en heeft een kenmerkende, krassende zang. De zang wordt vaak omschreven als "krr-krr-kiet-kiet-kiet".
De appelvink is een sociale vogel die vaak in groepen leeft. In de winter verzamelen appelvinken zich in grote groepen, soms wel tot tienduizenden individuen.
Voedsel van een appelvink
Het voedsel van de appelvink bestaat voornamelijk uit zaden, insecten en andere kleine dieren. De appelvink zoekt zijn voedsel op de grond en in de vegetatie.
Voortplanting van een appelvink
De appelvink broedt in de periode van april tot juni. Het nest wordt gebouwd in een boomholte of in een nestkastje. Het nest wordt bekleed met gras, bladeren en andere materialen. Het vrouwtje legt ongeveer 5 tot 7 eieren, die ze ongeveer 14 dagen uitbroedt. De jongen zijn nestvlieders en kunnen na ongeveer 12 dagen vliegen.
Habitat van een appelvink
De appelvink komt voor in Europa, Azië en Afrika. In Nederland is de appelvink een algemene broedvogel. De appelvink komt voor in heel Nederland, maar is vooral talrijk in het westen en noorden van het land.
Status
De appelvink heeft de status van niet bedreigd. De populatie is stabiel.
Belangrijkste kenmerken
- Middelgrote vink met een lengte van ongeveer 20 centimeter
- Overwegend roestbruin verenkleed met brede witte vleugelstrepen, een witte eindband aan de staart en de rug en vleugels zijn donkerbruin
- Diepblauwe, gekrulde toppen van een deel van de slagpennen bij het mannetje
- Bruin met een witte buik bij het vrouwtje
- Sociaal en leeft vaak in groepen
- Broedt in de periode van april tot juni
- Nest wordt gebouwd in een boomholte of in een nestkastje
- Het vrouwtje legt ongeveer 5 tot 7 eieren, die ze ongeveer 14 dagen uitbroedt
- De jongen zijn nestvlieders en kunnen na ongeveer 12 dagen vliegen
- Komt voor in Europa, Azië en Afrika
- In Nederland is de appelvink een algemene broedvogel
- Status: niet bedreigd
Bijzonderheden
De appelvink is een krachtige vogel met een sterke snavel. De snavel is zo sterk dat de appelvink kersenpitten kan kraken. De appelvink is dan ook een belangrijke zaadverspreider.
pevank –
Wat kijken ze toch boos altijd die appelvinken