De fuut

Herkenning van een fuut

De fuut is een watervogel die behoort tot de familie van de fuutachtigen. De fuut is een middelgrote vogel met een lengte van ongeveer 45 centimeter. Het mannetje heeft een zwarte kop, borst, rug en vleugels. De buik is wit en de snavel is oranje. Het vrouwtje is bruin met een witte buik en een donkere snavel. De fuut heeft een lange, dunne hals en een lange, puntige snavel.

De fuut leeft in ondiepe wateren met veel waterplanten, zoals meren, plassen, sloten en rivieren. De fuut is een goede zwemmer en duiker. De fuut duikt naar zijn voedsel, zoals kleine vissen, kreeften, insectenlarven en wormen. De fuut is een sociale vogel die vaak in groepen leeft.

Voedsel van een fuut

Het voedsel van de fuut bestaat voornamelijk uit kleine waterdiertjes, zoals vissen, kreeften, insectenlarven en wormen. De fuut duikt naar zijn voedsel en kan tot wel 3 meter diep duiken.

Voortplanting van een fuut

De fuut broedt in de periode van april tot juni. Het nest wordt gebouwd in een kuil in de grond, vaak op een eilandje of in een moerasgebied. Het nest wordt bekleed met waterplanten en dons. Het vrouwtje legt ongeveer 6 tot 12 eieren, die ze ongeveer 28 dagen uitbroedt. De jongen zijn nestvlieders en kunnen na ongeveer 50 dagen vliegen.

Habitat van een fuut

De fuut komt voor in Europa, Azië en Noord-Amerika. In Nederland is de fuut een algemene broedvogel. Ze komen voor in heel Nederland, maar zijn vooral talrijk in het westen en noorden van het land.

Status

De fuut heeft de status van niet bedreigd. De populatie is stabiel.

De fuut is een karakteristieke watervogel die vaak in ondiepe wateren met veel waterplanten wordt gezien. De fuut is een goede zwemmer en duiker en kan tot wel 3 meter diep duiken. Het voedsel van de fuut bestaat voornamelijk uit kleine waterdiertjes, zoals vissen, kreeften, insectenlarven en wormen. De fuut broedt in de periode van april tot juni en legt ongeveer 6 tot 12 eieren. De jongen zijn nestvlieders en kunnen na ongeveer 50 dagen vliegen.