Beschrijving
Geelgors
De Geelgors: De Fluitende Zonnestraal van het Platteland
De geelgors (Emberiza citrinella) is een opvallend gekleurde zangvogel die zijn naam dankt aan zijn heldergele verenkleed en vrolijke zang. Deze vogel is een kenmerkende soort van open landschappen in Europa en komt ook in Nederland voor, vooral op de Veluwe, in Drenthe en delen van Limburg en Brabant.
Herkenning
- Grootte: ongeveer 16-17 cm lang, vergelijkbaar met een mus.
- Mannetje: heldergele kop, borst en buik met wat roestbruine strepen op de flanken. Rug en vleugels zijn bruin met zwarte strepen. De staart is donker met witte buitenste staartpennen.
- Vrouwtje: minder felgeel, meer gestreept en met grijsgelige tinten.
- Jong: lijkt op het vrouwtje, maar nog wat valer en met fijnere strepen.
- Zang: zeer herkenbaar: een repeterend, licht melancholiek fluitmotief dat vaak klinkt als “tien-little-lit-tle-lit-tle” of “wie-hoe-hoe-hoe-hoe-hoeee”.
Leefwijze Geelgorzen zijn standvogels (blijven vaak in hun broedgebied) of maken korte verplaatsingen. Ze zijn vrij schuw, maar kunnen goed worden waargenomen als ze zingen vanaf een struik, hekje of boomtop.
- Buiten het broedseizoen vormen geelgorzen kleine groepen.
- Ze zijn vooral actief in de vroege ochtend en late namiddag.
- Ze foerageren veel op de grond, vaak in de buurt van landbouwvelden, akkerranden en ruige graslanden.
Voortplanting
- Broedtijd: april tot juli.
- Geelgorzen hebben vaak 2 tot 3 legsels per seizoen.
- Het nest wordt laag bij de grond gemaakt, vaak verborgen in gras, onder struiken of tussen heide.
- Legsel: 3-5 eieren per keer, lichtgrijs met fijne spikkels en een paar grillige lijnen.
- Broedduur: 12-14 dagen.
- De jongen worden door beide ouders gevoerd met insecten en vliegen na ca. 11-13 dagen uit.
Voedsel
- In het broedseizoen: insecten, spinnen, larven en ander dierlijk voedsel (vooral voor de jongen).
- Buiten het broedseizoen: zaden van grassen, granen en onkruiden.
- Ze zoeken voedsel meestal op de grond, scharrelend tussen gras en stoppels.
Habitat De geelgors houdt van halfopen landschappen:
- Akkerranden met struiken
- Heidevelden met verspreide bomen
- Open bosranden
- Graslanden en braakliggende terreinen
- Voorkeur voor afwisseling van open veld en beschutting
Ze vermijden dichte bossen en zeer intensieve landbouwgebieden zonder vegetatiestructuur.
In Nederland komt de geelgors voor in:
- De Veluwe
- Drenthe en Salland
- Zuid-Limburg
- De Achterhoek
- Sommige delen van Noord-Brabant
Leuke weetjes
- De zang van de geelgors zou volgens sommigen de inspiratie zijn geweest voor de opening van Beethovens vijfde symfonie.
- In het Duits heet hij “Goldammer” – een verwijzing naar zijn goudgele kleur.
- Het mannetje zingt vaak vanaf een hoge uitkijkpost om zijn territorium af te bakenen en een vrouwtje te lokken.
- De wit met donkergrijs gemarmerde eieren zijn gemakkelijk te herkennen.
- De geelgors is een van de laatste zangvogels in Nederland die in de winter nog te horen is op zonnige dagen.
- In de 19e eeuw werd hij vaak gehouden als kooivogel vanwege zijn zang.
Tot slot De geelgors is een vrolijke, muzikale aanwezigheid in ons cultuurlandschap. Zijn gouden kleuren en herkenbare zang maken hem tot een geliefde vogel onder vogelaars en natuurliefhebbers. Bescherming van kruidenrijke akkerranden en extensieve landbouw is essentieel voor zijn voortbestaan in Nederland.
pevank –
Prachtige verschijning dit vogeltje de geelgors, foto’s kunnen maken in de Kroondomeinen