Beschrijving

De Graszanger

Lengte: 10–12 cm (kleiner dan een huismus).
Vleugels: Kort en afgerond, met een wat rommelige indruk tijdens de vlucht.
Kleur:
- Bovenzijde: Roodbruin met donkere streping, vooral op de rug en kruin.
- Onderzijde: Crèmekleurig tot lichtgeel, zonder duidelijke tekening.
Staart: Kort en vaak opgewipt; in de vlucht valt de rond uitgesneden staart op met donkere randjes.
Ogen en snavel: Donkere oogjes, fijne, korte snavel.
Zang: Simpel, kort “tsjip-tsjip-tsjip” of “tsrrr-tsrrr”, vaak herhaald tijdens een golvende baltsvlucht.
Gedrag: Beweegt zich laag tussen grassen en vegetatie, vaak pas zichtbaar als hij zingt of vliegt.

Leeft meestal verborgen in dichte, lage vegetatie.
Is territoriaal tijdens de broedperiode.
Actief overdag, vooral in de vroege ochtend en bij zonnig, warm weer.
Wordt vaak eerder gehoord dan gezien.
In koudere winters trekt de soort soms naar warmere gebieden, maar in milde winters kan hij blijven.

Insecteneter:
- Kleine insecten, zoals muggen, vliegen, kevers en bladluizen.
- Spinnen en andere kleine ongewervelden.
Wordt meestal voedselzoekend gezien tussen grasstengels, riet of lage vegetatie.
Pikt prooien van bladeren of vangt ze in de vlucht.

Broedseizoen: In Zuid-Europa al vanaf maart, in Nederland bij vroege vestiging vanaf mei.
Het mannetje bouwt een (tijdelijk) baltsnestje om indruk te maken op het vrouwtje.
Het definitieve nest wordt gebouwd door het vrouwtje: een balletje van gras, zorgvuldig geweven laag in het gras of riet.
Nest is goed verborgen, vaak vastgemaakt aan meerdere grassprieten of stengels.
Legsel: 3–6 eieren, wit met fijne spikkels.
Broedduur: 11–14 dagen.
Jongen vliegen uit na 11–13 dagen en worden nog enkele dagen gevoerd.

De graszanger geeft de voorkeur aan:

Open, warme graslanden met een dichte, lage vegetatie.
Kruidige ruigtes, rietvelden, bermen, akker- en weideranden.
Ook langs dijken, braakliggende terreinen en moerassen met lage begroeiing.
In Nederland vooral te vinden in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse delta, Limburgse Maasvallei of andere warmere regio’s met geschikte biotopen.

Oorspronkelijk een soort van tropisch Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Europa.
Heeft zich de laatste decennia langzaam noordwaarts uitgebreid.
In Nederland:
- Tot ca. 1990 slechts incidenteel waargenomen.
- Sinds begin jaren 2000 af en toe broedgevallen bij zachte winters.
- Invasies mogelijk bij gunstig weer en goede voedselsituatie.

De graszanger is een zeldzame broedvogel in Nederland, maar profiteert van de klimaatverandering.
Zijn zangvlucht doet denken aan die van de veldleeuwerik, maar is veel lager, korter en eenvoudiger.
Dankzij zijn geringe formaat en onopvallende gedrag wordt hij gemakkelijk over het hoofd gezien.

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Graszanger | Herkennen | Leefwijze” te beoordelen