Beschrijving
🔍 Kenmerken
-
Wetenschappelijke naam: Ochlodes sylvanus
-
Vleugelspanwijdte: 28–34 mm
-
Lengte lichaam: ± 15 mm
-
Vliegtijd: eind mei – augustus (één generatie per jaar)
-
Familie: Dikkopjes (Hesperiidae)
Uiterlijk:
-
Vleugelkleur bovenzijde: oranjebruin met een donkerbruine rand
-
Onderzijde achtervleugels: groenachtig tot olijfgroen met vage, lichtere vlekjes
-
Mannetje: heeft een opvallende, zwarte geurstreep (androconiaal streepje) op de voorvleugel
-
Vrouwtje: mist dit streepje, vleugels zijn iets breder
De antennes hebben aan het uiteinde een haakvormig kromming, wat typisch is voor dikkopjes. Het lichaam is relatief dik en gedrongen, wat hem een wat “mottig” uiterlijk geeft.
🧭 Leefwijze
Het groot dikkopje is overdag actief bij zonnig weer en houdt van beschutte, warme plekjes in graslanden en langs bosranden. Hij vliegt laag bij de grond, rust graag op grashalmen en zoekt voedsel op bloemen.
-
Gedrag: vlugge, nerveuze vlucht; vaak rustend met de voorvleugels deels gespreid en achtervleugels horizontaal
-
Territoriaal: Mannetjes kiezen een zonbeschenen plek en jagen andere vlinders weg
-
Zonminnend: Vooral actief in warme, droge periodes
🍽️ Voedsel
🐛 Rups:
De rups leeft verborgen in een opgevouwen grasspriet waarin hij zich verschanst met spinsel.
-
Waardplanten:
-
Glanshaver (Arrhenatherum elatius)
-
Kropaar (Dactylis glomerata)
-
Gestreepte witbol (Holcus lanatus)
-
Andere ruige grassen
-
🦋 Volwassen vlinder:
Voedt zich met nectar van:
-
Distels
-
Klaver
-
Gewone brunel
-
Jacobskruiskruid
-
Grote kattenstaart
Hij drinkt nectar door zijn lange roltong en speelt een rol in de bestuiving van verschillende bloemen.
🐣 Voortplanting
Het groot dikkopje kent één generatie per jaar (univoltien).
-
Eitjes: worden één voor één afgezet op grashalmen
-
Rupsperiode: vanaf augustus tot het voorjaar
-
Overwintering: als jonge rups, verscholen in een grasblad
-
Verpopping: in mei, in een grasstengel of vlakbij de waardplant
-
Vlindertijd: van eind mei tot begin augustus, met piek in juni/juli
De ontwikkeling verloopt traag en is afgestemd op het gematigde klimaat van West-Europa.
🌾 Habitat
Het groot dikkopje houdt van open, zonnige en bloemrijke plaatsen, maar met enige beschutting door bomen, struiken of hoge kruiden.
Typische leefgebieden:
-
Bloemrijke graslanden en weilanden
-
Bermen en slootranden
-
Bosranden en open plekken in loofbos
-
Dijken en kanaaloevers
-
Oude spoorlijnen en braakliggende terreinen
De aanwezigheid van ruwe grassen is essentieel voor de voortplanting, en nectarplanten zijn nodig voor de volwassen vlinders.
📉 Status en verspreiding
-
Verspreiding: Heel Nederland en België; vooral in het zuiden en oosten algemeen
-
Voorkomen: Algemeen, maar lokaal afhankelijk van het maaibeheer en het behoud van bloemrijke graslanden
-
Rode lijststatus NL (2023): Niet bedreigd
Belangrijke bedreigingen zijn intensief maaien, overbegrazing en het verdwijnen van ruige graslanden en bosranden.
📌 Weetje
▶ Het groot dikkopje werd vroeger vaak “zwartsprietdikkopje” genoemd, maar dat is een andere (zeldzamere) soort.
▶ De soortnaam sylvanus betekent “van het bos”, verwijzend naar zijn voorkeur voor bosranden.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.