Het is de grootste soort meeuw, 74 cm lang en heeft een spanwijdte van ongeveer 1,5 meter. Volwassen vogels hebben een zwarte mantel. Jonge vogels zijn gespikkeld bruin en krijgen pas in het derde voorjaar hun zwarte mantel. De snavel is geel met een rode vlek. De vogel heeft vleeskleurige poten.
In tegenstelling tot de meeste andere meeuwen, gedragen grote mantelmeeuwen zich geregeld als kleptoparasiet en predator. Ze beroven heel vaak andere zeevogels van hun prooi, maar zij volgen ook bultruggen, haringhaaien en blauwvintonijnen om te profiteren van de vissen die deze dieren opjagen naar het zeeoppervlak. Grote mantelmeeuwen zijn vooral berucht als predator in zeevogelkolonies waar zij eieren en kuikens opvreten van papegaaiduikers, zeekoeten, zilvermeeuwen, kokmeeuwen, visdieven, Noordse pijlstormvogels en kuifduikers. Zij kunnen ook volwassen papegaaiduikers, sterns, zangvogels op trek en kleine eenden aanvallen, verdrinken en in hun geheel naar binnen werken.[2]
Het nest is gebouwd uit een hoop plantendelen en is gevoerd met veren en gras. Het legsel bestaat uit drie donkergevlekte, bruine eieren, die in 23 tot 26 dagen worden uitgebroed.
e vogel komt voor in een groot gebied aan de kusten van de noordelijke Atlantische Oceaan en de Noordzee
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.