Beschrijving

 

Rode Wouw

Leefwijze

De gewone rode wouw is een roofvogel die overdag jaagt en rust op hoge uitkijkpunten zoals bomen of rotsranden. Hij vliegt sierlijk en zweeft vaak op thermiek, waarbij hij langzaam cirkelt boven open landschap. Hij is deels standvogel en deels trekvogel: in koude gebieden trekken rode wouwen in de herfst naar het zuiden van Europa, terwijl populaties in gematigder streken vaak blijven overwinteren. Rode wouwen leven meestal in paren en verdedigen hun territorium actief tegen indringers.

---

Herkenning

• Lengte: 60–66 cm; spanwijdte: 150–170 cm.

• Kleur: Roodbruin lijf met iets lichtere kop; witte ondervleugels met donkere vingertoppen.

• Staart: Lang, diep gevorkt – hét kenmerk van de rode wouw, zichtbaar in vlucht.

• Vleugels: Lang en smal, met een kenmerkende “vingerachtige” vorm aan de uiteinden.

• Vliegwijze: Elegant zwevend, vaak met licht kantelende bewegingen van de staart om te sturen.

---

Voedsel

De rode wouw is een opportunistische jager en aaseter:

• Dode dieren (verkeersslachtoffers, kadavers)

• Kleine zoogdieren (muizen, mollen)

• Vogels en kuikens

• Reptielen en insecten
  Hij jaagt meestal laag boven open terrein en pikt prooi van de grond. Soms steelt hij ook prooi van andere vogels.

---

Voortplanting

• Broedseizoen: maart tot juni.

• Het nest wordt gebouwd in hoge bomen, vaak in een bosrand of op een heuvel.

• Het paar gebruikt takken, gras en soms stukjes afval om het nest te bouwen.

• Legsel: meestal 2 tot 3 eieren.

• Broedtijd: ongeveer 30 dagen.

• De jongen vliegen uit na 6 tot 7 weken, maar worden daarna nog enkele weken gevoerd door de ouders.

---

Habitat

De rode wouw leeft in:

• Halfopen landschappen: afwisseling van bossen, weilanden en akkers.

• Vaak in de buurt van kleine bosgebieden of houtwallen met voldoende nestgelegenheid.

• Vermijdt dichte bossen en kale vlaktes.

In Nederland is de rode wouw een zeldzame, maar toenemende broedvogel; in Duitsland en Frankrijk komt hij veel algemener voor. In de winter zijn er ook doortrekkers en overwinteraars.