Beschrijving
Kenmerken van de wapendragervlinder
-
Wetenschappelijke naam: Phragmatobia fuliginosa (in Nederland wordt de naam “wapendrager” vaak gebruikt voor deze soort of verwante soorten).
-
Familie: Erebidae (onderfamilie Arctiinae – de beervlinders)
-
Vleugelspanwijdte: 30–40 mm
-
Kleur en tekening:
-
De voorvleugels zijn donkerbruin of grijzig met een ietwat vervaagde of vage tekening.
-
De achtervleugels zijn fel oranje tot rood met zwarte vlekken, een opvallend contrast dat als afschrikmiddel werkt tegen predatoren.
-
Het lichaam is vaak behaard met roodbruine of oranjerode tinten.
-
-
Bijzonder kenmerk: De soort dankt zijn Nederlandse naam aan het ‘wapenachtige’ uiterlijk van de achtervleugels in rust, die lijken op een schild of de greep van een zwaard.
Leefwijze
De wapendrager is nachtactief en wordt aangetrokken door licht. Hij vliegt vooral van maart tot juli, afhankelijk van het klimaat en de locatie. Overdag rust hij op beschutte plekken in de vegetatie. Zijn opvallende achtervleugels worden alleen zichtbaar als hij wordt verstoord.
Deze vlinder is redelijk zachtaardig in gedrag, maar maakt gebruik van zijn kleur om zich te verdedigen – het zogenaamde aposematisme (waarschuwingskleuren).
Voedsel
Rups (larve)
De rupsen zijn harig en worden ook wel “beerrupsen” genoemd. Ze eten een grote verscheidenheid aan kruidachtige planten, waaronder:
-
Paardenbloem (Taraxacum officinale)
-
Weegbree (Plantago spp.)
-
Grote brandnetel (Urtica dioica)
-
Zuring (Rumex spp.)
De rupsen zijn polyfaag – dat wil zeggen dat ze niet kieskeurig zijn en veel verschillende planten eten.
Volwassen vlinder
De volwassen wapendrager leeft niet van nectar zoals veel dagvlinders. Hij neemt nauwelijks voedsel op en leeft op de reserves die in het rupsstadium zijn opgebouwd.
Voortplanting
De wapendrager kent een volledige gedaanteverwisseling:
-
Ei: Het vrouwtje legt de eitjes in groepjes op de waardplanten.
-
Rups: De beerrups is sterk behaard, zwart met oranjebruine tinten. Hij is goed bestand tegen kou en kan overwinteren als rups.
-
Pop: In het voorjaar verpopt de rups zich in een cocon van zijde en haren tussen dode bladeren of in de strooisellaag.
-
Vlinder: De volwassen vlinder komt meestal in het voorjaar uit de pop.
Soms is er een tweede generatie in warme zomers.
Habitat
De wapendragervlinder komt voor in diverse biotopen:
-
Graslanden
-
Duinen
-
Heidevelden
-
Bermen
-
Stadsranden en tuinen
-
Ruderale terreinen (verstoorde bodems)
Hij stelt geen hoge eisen aan de omgeving zolang er maar voldoende kruidachtige planten zijn voor de rupsen.
Verspreiding
De soort komt voor in een groot deel van Europa, inclusief Nederland en België, tot in Azië. In Nederland is het een redelijk algemene soort, vooral buiten de bebouwde kom.
Leuke weetjes
-
De opvallende kleuren van de achtervleugels worden pas zichtbaar als de vlinder zijn vleugels spreidt, vaak om vijanden af te schrikken.
-
De rupsen zijn ‘overwinteraars’ en kunnen vorst goed overleven.
-
De soort is een goed voorbeeld van waarschuwingskleur in de natuur – de felle kleuren doen denken aan giftigheid, hoewel hij zelf niet giftig is.
Voor meer informatie en natuurfoto’s van deze en andere vlindersoorten, kun je terecht op:
🌐 https://natuur-fotos.com
pevank –
Deze vlinder zat in de douche van de camping, anders had ik hem nooit kunnen vinden. Hij lijkt op een klein takje, perfecte camouflage dus.
Foto gemaakt juni 2025, Vaassen met Nikon p1100