De wilde zwaan (Cygnus cygnus) is een ongeveer 1,5 meter grote, kenmerkend is de gele snavel. Meer informatie over de leefwijze, het voedsel, de voortplanting en de habitat van een wilde zwaan vind je hier.
Wilde zwaan
Kenmerken van een wilde zwaan
De wilde zwaan is ongeveer 145 - 165 cm groot en heeft een spanwijdte van 205 - 275 cm. Een wilde zwaan is iets kleiner dan een knobbelzwaan maar groter dan een kleine zwaan. Opvallend is de grote gele vlek aan de basis van de snavel. Die gele vlek loopt naar voren uit in een zwarte punt. De bovenkant van de snavel loopt recht, zonder een knobbel die de knobbelzwaan wel heeft. Wilde zwanen zijn schuwer dan de knobbelzwaan, en geven de voorkeur aan een rustige nestelgelegenheid. Ze zijn luidruchtig, zowel tijdens het vliegen als bij de verdediging van hun territorium.

Gele vlek op snavel wilde zwaan
Leefwijze van een wilde zwaan
Voedsel van een wilde zwaan
Het voedsel van de wilde zwaan zijn bladeren en stengels die hij plukt op vaste grond, in het water ook waterplanten. Graaft naar wortels in omgeploegde akkerlanden.
Voortplanting van een wilde zwaan
Het nest is een groot van gras en riet gemaakte kom in de buurt van water. Er wordt een broedsel gelegd met meestal vier tot zeven crèmewitte eieren, die in ongeveer 36 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. De kuikens zijn grijswit. Periode april - juni. Broedt normaal gesproken bij toendrameren.
Zang / geluid van een wilde zwaan
Trompettert vooral tijdens de vlucht
Habitat van een wilde zwaan
De wilde zwaan is in ons land veelal te vinden langs de grote rivieren in de graslanden en akkers die daar langs liggen. Overwintert op meren en plassen
Voorkomen in Nederland
De wilde zwaan is een uiterst schaarse broedvogel in ons land en wintergast in een klein tot vrij klein aantal.
Meer eenden en ganzen bekijk je hier

Wilde zwanen op het Voornse meer