Zomertaling (Anas querquedula)
De zomertaling is een kleine, sierlijke eendensoort die behoort tot de grondeleenden. Het is een typische voorjaars- en zomergast in Nederland en andere delen van Europa. Deze vogel is wat schuw, maar wie goed oplet in moerassige gebieden kan hem met wat geluk spotten. Hieronder lees je alles over zijn kenmerken, leefwijze, voedsel, voortplanting en habitat.
Kenmerken
De zomertaling is kleiner dan een wilde eend en heeft een compact postuur. Het mannetje is in broedkleed goed te herkennen aan zijn opvallende witte wenkbrauwstreep die in een boog over zijn donkere kop loopt. Zijn lichaam is verder grijsbruin met fijne streepjes en een blauwgrijze vleugelspiegel. Het vrouwtje is minder opvallend, met een bruin, gevlekt verenkleed dat sterk lijkt op dat van andere vrouwtjeseenden, zoals de wintertaling. Ze is te onderscheiden door de fijnere tekening op haar kop en het iets lichtere gezicht.
Leefwijze
Zomertalingen zijn schuwe, stille vogels die het liefst in dichte vegetatie blijven. Ze zijn vooral actief in de schemering en de vroege ochtenduren. Overdag houden ze zich vaak schuil tussen het riet of in lage begroeiing aan de oever. Ze zijn echte trekvogels en brengen slechts enkele maanden per jaar in Nederland door. In augustus vertrekken ze meestal alweer richting hun overwinteringsgebieden.
Voedsel
Het voedsel van de zomertaling bestaat voornamelijk uit plantaardig materiaal zoals waterplanten, zaden en gras, aangevuld met kleine ongewervelden zoals insectenlarven, slakjes en kreeftachtigen. Ze zijn echte “grondelaars”: ze foerageren door met hun snavel oppervlakkig door het water en de modder te zeven, op zoek naar eetbare deeltjes.
Voortplanting
De zomertaling broedt van april tot juni. Het nest wordt door het vrouwtje gebouwd in dichte oevervegetatie, vaak goed verborgen tussen het gras of onder struiken. Ze legt meestal 8 tot 11 eieren, die ze in ongeveer 22 tot 24 dagen uitbroedt. Het mannetje verlaat het vrouwtje meestal kort na het begin van het broeden. De jongen zijn nestvlieders en kunnen al snel zelfstandig voedsel zoeken, maar blijven nog wekenlang onder begeleiding van de moeder.
Habitat
De zomertaling heeft een duidelijke voorkeur voor rustige, ondiepe zoetwaterplassen, moerassen, sloten met veel riet, en natte graslanden. In Nederland komt hij vooral voor in de waterrijke delen van Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en het rivierengebied. Het broedsucces van de soort is afhankelijk van voldoende rust, waterkwaliteit en goede schuilplekken in de vegetatie.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.